we zingen het uit
met raspende stemmen
rauwe kelen
we kennen het lied
het refrein dat zich herhaalt
herhaalt, herhaalt
ik wil het niet
gevangen in de groef van een langspeelplaat
de vriendelijke knikjes
de beleefdheidszoen
ik wil dat niet
ik wil dat niet doen
ik wil onder geen beding
dat ik vals zing