Vijand
De vijand van de taal
met hebbie en zijn hunnie
door menigeen begrepen
maar blijft een kanniebaal
De vijand van de liefde
acid in het bloed
Bijtend gif in ogen
dood konijn in hoed
De vijand van het leven
we wijzen naar de dood
maar je zoop alleen Jenever
en hebt het zelf verkloot
De vijand van de mens
onverbeterlijk zichzelf
Uit zijn eigen as herrezen
en niemand die hem helpt
De vijand van de vrijheid
zwaaiend met zijn zwaard
Is totaal de weg kwijt
en doet het met zijn paard
Nacht
Kleuren vervagen
Alles vergrijst
De nacht gedragen
in een donker brein
Even geen prikkels
uit het licht
Het leven kraakt
schimmig zicht
Vastgebonden in
zwarte gedachten
betast de wandelaar
zijn eigen geest
De schemer schaduwt
en besluipt hem van achter
dus draait hij zich om
maar is niet bij machte
Blinddoek zit in hem
een donker bestaan
Zijn denken zit klem
de dood breekt aan
Wit
Gedragen op zijn vlucht van vragen
zweeft de witte raaf over duivelse daken
Verborgen spectrum in vervlogen dagen
Wist niemand zijn regenboog te raken
Kleuren glanzen onder zijn witte pracht
Zijn doel is wat zijn pijn verzacht
Alleen in de hoogte van de nacht
Daarboven zalig licht dat hem verwacht
Geen nest, geen ei, geen vaste tak
Fladdert de raaf met licht gemak
Toont zijn kleuren, dicht en strak
Maar al men ziet is een wit gerafeld pak
Niets
Niets is een illusie
Een denkbeeldig vacuüm
Een hulpmiddel bij gebrek aan iets
Niets is een dekmantel
voor alle geheimen
Niets is een leugen
waarin alles kan verdwijnen
Niets is een dwaalspoor
en waar het toe leidt
Als je niets meer weet
ben je alles kwijt
Niets is verboden
omdat alles hier geldt
Niets is onmogelijk
dat is me verteld
Wij
Wij is niet enkele alters op een rij
Wij is niet het meervoud van ik
Wij is niet waaruit het land bestaat
Wij dichters schrijven wijze raad
Jij en ik samen vormen wij
Zoals de i en de j de puntjes dragen
van de de letter ij
Wij is meer dan de som
van jij en ik
Wij is een bundel
waarnaar wij wijzen
Wij vormen de mensheid
Wij zijn één
Maar wij maken onderscheid
en dan spreken wij van zij
Wij zijn chemie
Wij prikkelen elkaar
Wij zijn een herinnering
Wij zijn een paar
Meer
Ik wil meer lach in de lucht
want er is ruimte zat
Maar meer dan dat
vrede is op de vlucht
In het meer van de liefde
groeit steeds meer rot
Kunnen we het tij nog keren?
Of is er niet meer dan dit?
Meerzinwekkende wezens
steeds meer en meer
Tot er niets meer is
Dom
Kind te klein voor
hoge verwachtingen
Dom kind
Onzeker
Schuchter
Dom kind
Kindsoldaat
Defensief
Dom kind
Fout antwoord
Klappen
Dom kind
Geschreeuw
Angst
Dom kind
Vernedering
Tranen
Dom kind
Het juk
Een leven
Woede en bitterheid
Liefde
verstopt in verdriet
Pijn
Niet dom
Bleek het al die jaren
mijn rijkdom te zijn
Klein
Ik voel me klein
stoeptegels zijn groter
zwaartekracht trekt aan me
waar zijn mijn onderbenen?
Ik voel me klein
heb een mier doodgetrapt
een vogel doodgereden
een regenbui gevangen
Ik voel me klein
een wolk blies mij omver
iedereen heeft grootheidswaanzin
ik ben niet eens een druppel in zee
Ik voel me klein
ik kan nergens bij
een dubbeltje op zijn kant
geeft schaduw aan mij
Ik voel me klein
laat het maar zo zijn
want het is maar een gevoel
Onzin
Als een gedicht is opgebouwd
uit onzinnen
en gedachten
door elkaar springen
dan heeft de onzin zin.
De onzin is dan het topje
van de ijsberg
dat zich toont.
En alles wat er onder schuilgaat
is dragend.
Dalen
We hoeven niet af te dalen
naar de onderwereld
waar de onmensen zich verschuilen
en hun plannetjes smeden
Waar het tuig, de criminelen, de nietsnutten,
de asocialen, de terroristen, de parasieten,
de profiteurs, wettelozen
Dit ongemenste kruipt brutaal naar boven,
ongevraagd, dringt zich op, neemt over, valt aan, bombardeert, steekt, schiet, scheldt, scheurt,
besmeurt, heeft schijt en lacht
Eist zijn plek op, verplaatst, verpest, provoceert, intimideert, dreigt, brengt angst
Snijdt aan normen, schuurt aan kantjes van de samenleving,
verschuilen zich en gluren als ratten,
slaan genadeloos toe,
pakken de zwakken
Niet wij dalen, zij stijgen
Vermengen en vernieuwen de norm
Bovenwereld en onderwereld
worden de verdwaalde wereld
Zacht
Zacht streelt de pijn
als zoete azijn
of een gebogen blik
in een ravijn
Verstopt in een put
roept de echo
zachtjes omhoog
naar sterfelijkheid
Ik mis de pijn
Hij is mijn zijn
Leugen
Vrijheid is een leugen
met een beetje waarheid
We zijn vrij om te gaan
tot het prikkeldraad
We zijn een kudde
werkvlees met een THT
We zijn allemaal verschillend
We denken anders
We zien anders
We hebben onze eigen waarheid
Bestaat er dan geen leugen?
Welke waarheid wordt voor ons verborgen?
De waarheid die we niet begrijpen?
De waarheid die we niet aankunnen?
Zo is de waarheid een leugen geworden.
We zijn dom
Iedereen komt weg met leugens
We zijn waarheidmoe
We leven van leugens
Wie de leugen doorziet
en de waarheid zoekt
vormt een gevaar voor de leugen
die als waarheid dient
Ergens tussen de waarheid,
als de waarheid bestaat, en
de leugen, als de leugen bestaat,
dwalen we doelloos rond
en zijn we vooral onze eigen leugen
Dood
Een doodlopende straat
Niemand weet waarheen ie gaat
Je weet dat het einde daar is
wanneer Hein voor je staat
Je had ooit het eeuwige leven
De dagen waren lang
Er was van alles te beleven
Je was voor niemand bang
Je jeugd liep over datum
Je libido er achteraan
Met Kerst zei je "amen"
alsof God zou bestaan
Alles om je heen
was het bruisende leven
Totdat de eerste stierf
Toen was je dood voor even
Leven
Laten we weer jeugd zijn
na de tientallen levens
die we hebben geleefd
Laten we de deur sluiten
die leidt naar het niets
Laten we een wandeling maken
en de lucht aanraken
Laten we iedereen vertellen
hoe het anders kan
hoe het zou moeten gaan
Laten we het leven in gang zetten
voor hen die blind zijn
Laten we zoenen
alsof het de eerste keer is
Laten we dansen op blote voeten
in een drukke winkelstraat
Laten we iedereen overtuigen
hoe leuk het kan zijn
als je met een vreemde praat
Laten we leven
Laten we echt gaan leven
Laten we het leven pakken
en iedereen besmetten met liefde
Laten we rond het vuur dansen
en luisteren naar verhalen
Laten we vooral niet vergeten
dat we moeten leven
Oorlog
De wereld is schijn
Er mag geen vrede zijn
Er moet angst zijn
Er moet een vijand zijn
Onzichtbare bloedhonden
pissen en schijten
blaffen en bijten
en maken diepe wonden
De waarheid vernietigd
we worden misleid
Is er een hoger doel
of zijn we het kwijt?
We zijn de offers
We worden geslacht
Dood om te leven
maar voor wat?
De vijand, de vijand
Wapens aan de lopende band
Zelfmoordmissie
Waar zit ons verstand?
Zijn we mensen of zijn we beesten?
Wat is erger?
Wennen we aan oorlog?
Wennen we aan de dood?
Zijn we straks bang voor het leven?
Stroef
Mijn hoofd voelt als een roestige ketting
die traag en krakend
over het tandwiel wordt voortbewogen
De vooruitgang is stroef
Niet te weinig, niet te veel
Koffie en woorden pruttelen
Een heksenbrouwsel is het niet
Het is wat mijn brein wil
Langzaam komt dit deel van het leven op gang
De mist van de nacht trekt op
Die voelde als een veilige kooi
De stilte van het licht maakt me bang
Ik wacht
Ik wacht
Er gebeurt niets
Alles blijft stroef
Stilstaand
Paniek, chaos, plunderingen
Mensen slaan op tilt
Ieder voor zich
Anderen schuilen angstig
Verdwaasd kijkt men om zich heen
Iedereen schreeuwt
Behalve de wetenden
Zij kijken toe
Alles is niets geworden
Elektriciteit is uitgevallen
Online leven is dood
Communicatiemiddelen off
Recht van de sterkste geldt nu
De zwakste kant laat zich gelden
De ware aard van de mens
Het is de stilstand van de aarde
Vriend
als mijn blauw rood is en mijn laag hoog
zie jij dan de grond waar dit mogelijk is?
en eronder de betekenis?
als mijn geheimen geheim blijven
maar eigenlijk voor waarheid pleiten
zoek jij dan de feiten, schuilend in mijn buien?
als ik mijn glas vul met tranen, drink jij het op?
scheid jij het goed van het fout, het zout van het water
en bewaar jij het voor later?
als ik in je dromen verschijn neem je me dan mee in konijnenholen?
en laat je me de plekken ontdekken
in jouw wereld van wonderen, wanen en idealen?
als ik mijn littekens openkrap, en nog eens, en nog eens
was jij mijn wonden nog eens en nog eens?
en nog eens?
als ik mijn dromen verlies en niets ontziend doorzet
met stokjes tussen mijn oogleden, breek jij dan mijn verzet?
en lees je me dan voor over heden en verleden?
tot ik slaap?
blijf je bij me als ik blijven wil en geef je op, alleen dan, als ik het opgeef?
ben je mijn vriend?
niet omdat ik het verdien
maar omdat ik het leven alleen met jou kan overzien
Dag
maak me niet wakker als de zon opkomt
dageraad is me veel te vroeg
maak me pas wakker als de klok 12 slaat
als de zon op z'n hoogst staat
dan heb ik nog een hele dag voor de boeg
moet eten, douchen, tanden poetsen
best wel weer moe
misschien dat ik dan nog een tukkie doe
en als dan de zon bijna ondergaat
zeg ik je mazzel, doei, ajuus, houdoe
zie je later, morgen weer een dag
Zwart
de roep om weemoed van alles wat vitaal is
klinkt in de duisternis een heilloos bestaan
dwalend op zoek naar een onzichtbaar vernis
falen wij op weg naar hel en verdoemenis
Iets
iets kriebelt
als een veer onder m'n voet
roert mijn huid
verlicht als jij het doet
iets beweegt
als een twijg in de wind
gedoemd te vallen
houvast als jij me bindt
iets twijfelt
als een te krap bed
aarzelend kruip ik naast je
hoop dat je hebt opgelet
Zij
het zijn zij
niet ik
maar zij
zij zijn ruk
zij moeten stuk
want zij
zij zijn verrot
zij moeten kapot
want zij
zij zijn fout
zij moeten koud
want zij
zij zijn zwak
ik ben sterk
en kak
ik heb geen werk
Minder
mag het ietsje minder zijn
ietsje kalmer
ietsje zachter
mag het ietsje kleiner zijn
ietsje stiller
ietsje fijner
wil je ietsje milder zijn
ietsje liever
ietsje minder gemeen
voor mij
dan stop ik mijn geween
Slim
verder rechtdoor
of toch rechtsaf
of brengt dit pad
mij terug naar af
volg ik het spoor
dat ik al betrad
of geef ik gehoor
vreemd te zijn
in mystiek terrein
ik geloof dat
Groot(s)
dek me toe
je hebt iets
zeg me niet
dat het niet zo is
doe me iets
iets onbevattelijks
iets ontzaglijks
iets groots voor mij
deze zeeën, dit zuurstofmasker, je trofeeën
blaas me weg
met vegen, streken
grote halen
laat me verdwalen
in je labyrint van edelen
en deel met mij
je kroonjuwelen
gun me een groot onthaal
en kom @#$&%^&*¿!
met een goed verhaal
Zin
komt het vandaag
de puf, de fut, de lust
omdat het moet
of zou moeten
dat ik doe wat gedaan moet
of gedaan zou moeten
met wil
met zin
of zin zou moeten hebben
omdat het kan
omdat ik het wil
of zou moeten willen
zou het zin hebben vandaag
te oordelen over zinverschillen
Stijgen
niet langer houd ik me in
bedwing, beheers, beteugel
en matig evenmin
niet langer wacht ik
betracht, verzacht, ontkracht
of voldoe aan wat je verwacht
daar waar het zicht verder reikt
waar ik tien keer groter lijk
daar waar de lucht ijl is
en de tijd lijzig verstrijkt
zal ik boven mezelf uitstijgen
daar zal ik de kans krijgen
te zingen, te dansen, te huilen
me niet langer verschuilen
daar waar niemand me ziet
onbemerkt toon ik ginds mijn
verlangen, vreugde, verdriet
niet langer bang mens te zijn
Hard
hoe de wind slaat in mijn gelaat
hoe de regen mijn huid raakt
hoe de lege straat mij achterlaat
hoe mijn medemens mij verlaat
ik had me vergist
niks is mild, niemand is vrijgevig
geen genade of vergiffenis
de harteloosheid, onverschilligheid, meedogenloosheid
welbeschouwd
is de wereld koud
Waarheid
zeg het maar
hoe het is
verklaar
de betekenis
vertel hoe het zit
leg het uit
is het dit
als een hard besluit
beantwoord de vraag
wat is het doel
ik hoor het graag
of slechts het gevoel
vertel me het feit
geef met het gegeven
alleen de waarheid
over de zin van dit leven
Dood
waar de ramen voor altijd open staan
en de deuren eeuwige vrijheid bieden
waar de spiegels in oneindig glans opgaan
en de kamers het tijdloze licht vieren
daar is mijn vergankelijk lichaam transparant
daar zal ik ademen in een schraal eindig verhaal
mijn gezicht ver weg van jouw hand
daar zal ik zingen voor een lege zaal
in het verlaten huis sluiten de deuren en ramen
de muren vertellen de gedane uren, dagen en jaren
ons verleden samen
nog een laatste keer strijk je over mijn haren
Leven
men zegt, het gaat om voortplanting
ons bestaan in stand houden
men zegt, het gaat om aanpassing en mutatie
evolutionaire variatie
men zegt, het gaat om diversiteit
de verschillende soorten
hoe een cel zich splijt
de oorsprong van geboorten
men zegt, het gaat om miljarden jaren
organismes en materie
het is niet te verklaren
onze herkomst een mysterie
de betekenis van leven
is eigenlijk niet te definiëren
het is alleen te beleven
en om van te leren
Vrede
ze vroeg me: "vrede?"
elke keer na de klappen
ik verdroeg ze en ja
vrede, ook na de tiende keer
want thuis, in haar huis
wachtte haar vader en de riem
Glad
ik wil het glad, glibberig en gladjes
ik wil glibberen in natjes, splashen in bruisende badjes
ik wil glijden door slijmerige lichaamsappen
glippen en slippen over schuine grappen
en met mijn vochtige vunzigheid zal ik verklappen
dat bij nat en doorweekt mijn verbeelding spreekt
maar zo gladjes als jij praat
is toch iets te glibberig voor mij maat
Vooruitgang
ik zie vooruitgang
een weg voorwaarts
kijk uit
door mijn voorruit
en zie een uitgang