WoordsmeerMijn neus zit in de boterde boter op mijn hoofdterwijl de zalm van mijn neusjede vis bij de boter doetBah, wat ruikt dat vies
Mijn neus zit in de boterde boter op mijn hoofdterwijl de zalm van mijn neusjede vis bij de boter doetBah, wat ruikt dat vies
Wegcontinu bewust van doen en zijn continue onrust in zin en brein en wat als eens niet? als niemand mij hoort en ziet? hoe zen als ik eens niet ben
Woeshde potjes waaien van tafel door de deur komt een spook de wind laat zich horen er één laten kan ik ook
Donkerhet mag donker zijn grimmige sferen kleurloze kleren onverlichte stegen duistere wegen zwicht voor zwart en zwaar verlicht tristesse als een zegen